jctv: 01.12.2010HOME

 

 

 

Behoud: een manifest voor het gesprek,

Een introductie tot een debat over behoudisme georganiseerd door studenten vereniging CHEOPS aan de TU/e op 30.11.2010

 

 

Behoudisme is een mooi neologisme. Waarom hebben we niet Conservatisme gebruikt? Of voelt dat niet lekker? Teveel bijsmaak...

Wat betekent behoud eigenlijk? Behoud betekent het vasthouden van het verleden als het nu

Het verleden bestaat uitsluitend als ervaring in het nu. Het nu is eigenlijk de manier waarop het lichaam en zijn ervaring de ons toesnellende wereld tegemoet treedt.

Is behoud noodzakelijk? Nee, het kan ook anders. We kunnen dingen kapot maken, weiterbauen, kapot restaureren, liefdevol onderhouden, creatief herbestemmen en transformeren. Ik ken goede en slechte voorbeelden van iedere aanpak. Ik ken zelfs kapot gerestaureerde gebouwen die niettemin goede gebouwen zijn. Het geheim van de paradox ligt in het gezichtspunt en het referentiekader. Verschuif de een ten opzichte van de ander en de caleidoscoop van de wereld ziet er weer anders uit.

Behoud, net zoals iedere andere activiteit, betreft een existentiële daad: het leven heeft geen betekenis maar krijgt het in het leven zelf. Wij worden geboren en leren betekenis aan de omgeving te ontrekken. Als we ons daar niet in oefenen gaat eenvoudigweg veel betekenis verloren. Niemand die het merkt. We gaan gewoon verder.

Als we de omgeving behouden, wordt in de oefening en de groeiende ervaring, de betekenis steeds voorspelbaarder. Als de omgeving radicaal verandert, verandert haar werking en neemt de waarde van onze ervaring natuurlijk af, tenzij we geoefend zijn in verandering…

Als wij het vermogen onze ervaring te gebruiken verliezen, verliezen we niet het verleden maar het nu en daarmee het vermogen het ons toesnellende het hoofd te bieden; we zijn dan overgeleverd aan het nieuwe dat wij niet kunnen. Dat is een mooie uitdaging.

Dat was het probleem van het modernisme, we kregen de tijd niet haar te oefenen, haar eigen te maken voordat ze alweer als falend was weggezet in de geschiedenis: the failure of modernism. En we treuren niet echt. We treuren eerder over de destructie die het modernisme heeft aangericht op het verdere verleden. Die treurnis heeft ons nostalgisch gemaakt, en destructief, nu zijn we het recente verleden van ons modernisme ook kapot aan het maken.

Als we nou eens niets kapot zouden maken, wat gebeurd er dan? Gaan we ons dan vervelen? We zijn beesten, vanuit evolutionistisch oogpunt gemaakt voor de verassing, om het nieuwe aan te gaan. Verandering is, zal ik maar zeggen, echt ons ding. Bovendien gaan dingen sowieso kapot, ook zonder onze interventie.

Goed, als we nu eens zouden nadenken over wat we willen behouden en wat we kapot willen maken? Dan ontstaat er het gesprek. Het gesprek gaat over rechtvaardiging.

Iedere ontwerpproces is een gesprek en iedere ontwerpbeslissing behoeft rechtvaardiging, niet als achterhoede gevecht tegen de willekeur, maar omdat de willekeur het faillissement is van een ontwerp. Het ontwerp is immers een exploratief vermogen naar het nieuwe op basis van onze ervaring. Ook al stuiten we per ongeluk op het nieuwe, onze ervaring zal het als zodanig moeten herkennen… De ervaring is onmisbaar.

Een interessante vraag die we onszelf zouden kunnen stellen is of het bestaande rechtvaardiging behoeft in zijn voortbestaan?

We zeggen dat het slecht is mensen in hun voortbestaan te belemmeren door moord. Mensen hebben dus van de mensen zelf een vanzelfsprekend recht op hun voortbestaan gekregen. Waarom hebben de elementen van onze omgeving dat dan niet?

Dat hebben ze niet omdat we ze tot nu toe altijd benaderd hebben vanuit een uiterst nauw gebruiksperspectief. We bekijken de situatie alleen vanuit ons gebruik, nu, op dit moment en dan ook alleen vanuit het perspectief van een zogenaamde eigenaar. Om de dichter Jan Arends te citeren uit zijn Lunchpauzegedichten, (1980)

Er is
nog nooit
een mens geweest
die een korrel aarde
heeft bezeten

Eigendom is een vreemd gegeven. Eigenlijk is eigendom niet meer dan een gebruilksprivilege. Dat privilege ontneemt ons niet de plicht er voor te zorgen dat we iets goed moeten gebruiken. We mogen niet misbruiken. En ons gebruik mag ook niet alleen vanuit een nauw perspectief goed zijn,het moet vanuit een breed en inclusief perspectief goed zijn, een panoramisch gebruiksperspectief.  Niet alleen het gebruik van de eigenaar telt. Andere factore moeten worden meegerekend: andere gebruikers zowel nu en later, de investering van energie in het destructieproces, de effecten op milieu en omgeving waar wij deel van zijn, vooral ook wat precies de plannen die voor het bestaande in de plaats komen ons gaan bieden? We moeten toch te weten komen wie winst gaat maken en ten kosten van wie of wat?

Als iets er al is, zou het zichzelf toch niet hoeven rechtvaardigen om voort te bestaan? Moeten we het niet omdraaien? Moeten wij ons niet juist rechtvaardigen als we iets weg willen halen ten behoeve van het nieuwe? En welke criteria hanteren we daar dan voor?

Ik zou willen pleiten voor het verscheuren van iedere grondwet ten aanzien van de regie van onze omgeving. Daar komt slechts absurd gedrag van. Regels zijn geen panacea, het zijn gebrekkige instrumenten, een noodzakelijk kwaad.

Ik zou willen gaan naar een situatie waarin alles dat bestaat een geprivilegieerd bestaan geniet in de zin dat het een vanzelfsprekend recht op dat bestaan heeft, een recht op tijd en liefdevol onderhoud of waardig verval.

Als het weg moet ten behoeve van het nieuwe, de restauratie, de herbestemming, dan dient men de destructie die daarmee gepaard gaat te rechtvaardigen. Dat kan. Ik ken mooie restauratieprojecten waarbij het oude wel degelijk weg is maar waarvoor iets prachtigs in de plaats is gekomen met gebruik van het bestaande.

Ik zou willen pleiten voor een benadering, niet op basis van een alles over één kam scherende grondwet of regelgeving, maar op basis van een gesprek met de ervaring, met precedent en een begrip van het individuele geval waarbij we niet zo zeer de eigenaar als God beschouwen, maar God of de natuur (zoals Spinoza dat zo mooi zei) als eigenaar. Immers vormen we daar een geheel geïntegreerd en intiem onderdeel van.

Misschien moeten we eenvoudigweg wel af van de haast. Misschien moeten we ook zo leren ontwerpen dat de nostalgie naar het oude oplost in de vanzelfsprekendheid en kracht van het specifieke ontwerp waarin wij als onderdeel van het geheel worden behandeld. Waarom dat niet gebeurd? Omdat we onze ervaring nog niet zo goed geoefend hebben dat we zelfs de kloof die bestaat tussen architecten en de rest van de wereld op een vanzelfsprekende manier weten te dichten. Onbegrip heeft tijd en oefening nodig. Misschien als we de tijd nemen dingen te bespreken en breed te rechtvaardigen hoeft het nieuwe en hetgeen er al is geen oorlog aan te gaan. Ik ben zeker niet tegen het nieuwe, Ik ben voor het gesprek en het debat, de geoefende ervaring en een genereuze architectuur.

     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     
     

 

Contact me at: jacob@voorthuis.net

copyright © jacob voorthuis 1994-2010

All written material on this page is copyrighted.

Please cite Jacob Voorthuis as the author and Voorthuis.net as the publisher.